Logo Apollo Praktijk 2015.png

Overige tests

 

 

15-Woorden Test voor Kinderen Scorehulp Kaldenbach

Voor de 15-Woorden Test voor Kinderen heeft Apollo Praktijk een Scorehulp ontwikkeld, waarmee u deze verbale geheugentest snel en foutloos kunt scoren. Lees het informatiebestand met screenshot en bekijk hieronder de trailer (YouTube demonstratievideo), waarin u een ‘live’ rondleiding krijgt en ziet hoe eenvoudig en gebruikersvriendelijk de 15-WT-K Scorehulp werkt. Het programma werkt vergelijkbaar met de IQ Scorehulp, waarmee u mogelijk reeds bekend bent. Het bestand blijft in ontwikkeling, dus het kan voorkomen dat de Scorehulp die u bestelt verder ontwikkeld is dan wat u in de trailer ziet. De 15-Woorden Test zèlf (6 t/m 12 jaar met een onderbouwde uitloper t/m 15-jarigen), is te bestellen via www.kinderneuropsycho-noordned.nl. In 2020 verscheen de 4e druk van deze handleiding en in 2021 verscheen alweer de 5e druk (zie website uitgever en lees de recensies van Yaron Kaldenbach n.a.v. de 5e en 4e druk, die naast positieve punten en kritische kanttekeningen ook veel praktische overwegingen en aanbevelingen bevat voor zowel de testgebruiker als de testauteur). De 15-WT-K Scorehulp is toepasbaar bij de meest recente testversie. Schafte u al eerder een Scorehulp aan voor deze test, dan ontvangt u de update tegen een gereduceerd tarief.

 

15-WT-K YouTube video trailer.BMP

 

 

 

Beery VMI Nederlandstalige instructies

Download hier de Nederlandstalige instructie (laatste update april 2018) van de 6e editie van de Beery VMI (2010).

 

 

Betrouwbaarheidsintervallen in IQ-tests: hoe zat het ook alweer? (artikel)

In De Psycholoog van november 2017 publiceerden Kimberley Lek en collega’s een interessant artikel over betrouwbaarheidsintervallen in intelligentietests: wat zijn de verschillende manieren waarop deze kunnen worden berekend en hoe interpreteer je het eigenlijk? Het blijkt namelijk dat we dat nogal eens verkeerd doen… De WISC-III wordt gebruikt als illustratie.

 

 

Bourdon-Vos Scorehulp

Ontwikkeld door collega gz-psycholoog Sjoukje Delfsma. Download hier de Bourdon-Vos Scorehulp.

Onder ‘Publicaties’ vindt u een artikel met veel relevante informatie over de Bourdon-Vos test.

Bourdon-Vos.GIF

 

 

BRIEF-grafiek

Collega Judith Hendriks heeft voor de BRIEF (vragenlijst m.b.t. executieve functies 5 tot 18-jarigen) een handig Excelbestand beschikbaar gesteld waarin u de gegevens eenvoudig kunt invullen en een grafische weergave krijgt die u kunt kopiëren naar uw rapport. De uitdraai is overzichtelijk, prettig om bij de vragenlijst in het dossier te bewaren en ook bruikbaar bij de terugkoppeling aan de cliënt. Na de eerdere versies van januari 2013, juli 2014 en april 2015, kunt u hier nu de augustus 2021-editie downloaden. Conform de handleiding (2012) is de afkaplijn van T=60 naar T=65 verlegd en bestaat nu de mogelijkheid om naam en geboortedatum van de cliënt in te vullen. LET OP: dit bestand is nog niet aangepast naar de BRIEF-2.

 

 

CHC-model (theoretisch model intelligentie)

Als u intelligentiediagnostiek verricht, dan heeft u ongetwijfeld gehoord van het CHC-model (Cattell-Horn-Carroll). In België is dit model al jaren gemeengoed en wordt er ook in de praktijk veel mee gewerkt. Er worden op het CHC-Platform van Thomas More ook allerlei bestanden gedeeld, die behulpzaam zijn bij de courante IQ-tests in relatie tot dit model. In Nederland wordt er al een aantal jaren in verschillende handboeken over dit theoretische model gepubliceerd in hoofdstukken over intelligentie, maar het enthousiasme ervoor en de toepassing ervan op de werkvloer blijven wisselend, hoewel gestaag in opmars sinds de introductie van de IDS-2, WISC-V en WPPSI-IV. Zelfs de WISC-III handleiding sprak al over dit model. Opvallend is dat het model doorgaans wordt besproken zonder kritische noten, terwijl die er weldegelijk zijn. Gelukkig zijn er uitzonderingen. In het Tijdschrift voor Neuropsychologie (TvN 2016-1) schreef dr. Paul Eling een zinvolle kritische noot, waarop collegiale reactie kwam en hij vervolgens ook weer repliek gaf. De moeite waard voordat u ‘blind’ dit model als uw nieuwe kompas gaat nemen.

 

Het internationale tijdschrift Applied Measurement in Education, 32(3) maakte in 2019 een themanummer rondom de kritiek op het CHC-model, waarin een aantal verschillende auteurs aangeven wat er mis is met dit model en welke oneigenlijke (commerciële) drijfveren er volgens enkele auteurs zelfs achter zouden zitten.

 

In De Psycholoog (2020-09) schreef dr. Marcel Veenman een pittige reactie op een eerder artikel in De Psycholoog (2019-12), waarin de IDS-2 en het CHC-model in de etalage werden gezet (naar het oordeel van Veenman, om het netjes te zeggen, onvoldoende kritisch). Veenman is kritisch op de inhoud van de IDS-2 en het CHC-model, maar ook op de in zijn ogen ‘ronkende reclame’ over de IDS-2, waaraan hij nog de term ‘rommelige ramsj’ toevoegt in de titel. Het zal je maar gezegd worden, is ook de begrijpelijke reactie van de bekritiseerde auteurs. De auteurs reageren, waarop Veenman ook weer repliek geeft. Voor de lezer blijft het speculeren wat onderliggende drijfveren zijn: inhoud, belangen, politieke aspecten of nog iets anders.

 

Het praktische nadeel van het CHC-model voor de testpraktijk is dat het dat zoveel verschillende domeinen bevat. Dat is niet gek, want intelligentie is een complex construct. Het is daardoor lastig voldoende zorgvuldig het hele model te ‘dekken’. Dan zou je tests krijgen, waarvan de afname meerdere dagdelen kost. De consequentie is daarom dat als een test steeds meer domeinen dekt, de inhoud per domein oppervlakkiger wordt. De test verandert dan van een verdiepend instrument op een beperkter aantal domeinen naar een ‘screening in de breedte’ op meer (maar nog steeds niet alle) domeinen. Maar daardoor kun je per domein minder conclusies trekken en blijft het meer bij het genereren van hypotheses. Kijk alleen al naar het verbale WISC-III IQ (5 subtests) die meer dan gehalveerd is naar het WISC-V Verbaal Begrip IQ (slechts 2 subtests). Dan kun je dus veel minder zeggen over de talige vaardigheden. Een breder model leidt daarmee tot oppervlakkigere tests, tenzij ook de test uitgebreid wordt.

 

 

Checklist Start Psychodiagnostisch Onderzoek (uitleg bij aanvang PO)

Deze checklist (vooral gericht op prestatieonderzoek zoals intelligentieonderzoek en neuropsychologisch onderzoek) is een lijst met punten die vaak aan de orde (kunnen of moeten) komen in het gesprekje voorafgaand aan een PO. Het bevat input voor uw uitleg bij aanvang. De meeste testonderzoekers hebben in de loop der jaren hun eigen ‘beginriedel’ opgebouwd, maar gek genoeg vind u er in handboeken over psychodiagnostiek zelden informatie over. Sommige testhandleidingen beschrijven wat u tegen een kind kunt zeggen voordat u begint, maar dit is doorgaans summier, heeft alleen betrekking op de betreffende test en doet niets met de ouders. Vandaar dat ik mijn eigen ‘lijstje’ deel. Download hier de Checklist Start Psychodiagnostisch Onderzoek (juli 2021). Het bestand is erg volledig en u zult zelden alles doornemen. Beschouw het vooral als een document om uit te putten, voor wat bij uw situatie past. Toepassing hangt af van de context (op scholen worden kinderen bijv. vaak uit de klas gehaald en zijn ouders daar helemaal niet bij, u moet ze dan wel vooraf gesproken hebben i.v.m. de ‘geïnformeerde toestemming’) en de leeftijd van het kind. Feedback is welkom.

 

 

D-KEFS Color-Word Interference Test Scorehulp

Download hier de D-KEFS Color-Word Interference Test Scorehulp Kaldenbach 1.4 (update maart 2020). Het betreft hier de CWIT die door Pearson in 2007 naar het Nederlands is vertaald en uitgegeven, bestaande 4 condities. Het gaat dus niet om de Stroop kleur-woord interferentietaak, hoewel het er grotendeels op lijkt. Bij het gebruik van de D-KEFS Color-Word Interference Test (2007) blijkt voor veel gebruikers het scoreformulier bij de test wat onduidelijk en foutgevoelig. Opgezochte scores moeten verderop op het formulier worden overgenomen, maar de gebruiker moet dan telkens kijken welke scores het betreft en zorgvuldig zijn om te voorkomen dat verkeerde scores in verkeerde hokjes belanden en tot een onjuiste conclusie leiden. Ook het opzoeken van scores in de juiste tabellen vraagt grote alertheid. Om deze reden is een digitale versie van het scoreformulier gemaakt, waarbij ingevulde scores direct worden overgenomen op de andere plekken van het formulier waar dit vereist is. Ook wordt direct de verrekening tussen scores uitgevoerd, die anders handmatig moet plaatsvinden, en worden de geschaalde contrastscores automatisch voor u berekend. Om verwarring te voorkomen wordt extra verwezen naar de betreffende handleidingtabellen. Gebruik van deze Scorehulp scheelt u ongeveer 10 minuten, verkleint de foutmarge en staat bovendien netjes in het dossier.

Wat is nieuw in de 1.4-versie? U moet nog steeds zelf in de handleiding de geschaalde scores opzoeken voor de verschillende condities. Maar als u deze nu in de Scorehulp invult, dan worden de geschaalde contrastscores automatisch voor u berekend. Dat scheelt u weer opzoekwerk in de verschillende handleidingtabellen. Dit betekent wel dat u nu alert moet zijn dat u alle geschaalde scores voor iedere conditie heeft ingevuld. Als u een dergelijke cel leeg laat, dan beschouwt Excel de waarde ervan als ‘nul’ en wordt deze 0-score meegenomen in de bepaling van de geschaalde contrastscore, die dan waarschijnlijk ten onrechte een afwijkende score laat zien.

 

 

D-KEFS Trail Making Test Scorehulp

Download hier de D-KEFS Trail Making Test Scorehulp Kaldenbach 1.4 (update maart 2020). Het betreft hier de TMT die door Pearson in 2007 naar het Nederlands is vertaald en uitgegeven, bestaande 5 condities. Het gaat dus niet om de TMT-A en TMT-B, de versie die 2 condities kent. Bij het gebruik van de TMT (2007) blijkt voor velen het scoreformulier dat bij de test hoort wat onduidelijk en foutgevoelig. Opgezochte scores moeten verderop op het formulier worden overgenomen, maar de gebruiker moet dan telkens kijken welke scores het betreft en zorgvuldig zijn om te voorkomen dat verkeerde scores in verkeerde hokjes belanden en tot een onjuiste conclusie leiden. Om deze reden is een digitale versie van het scoreformulier gemaakt, waarbij ingevulde scores direct worden overgenomen op de andere plekken van het formulier waar dit vereist is. Ook wordt direct de verrekening tussen scores uitgevoerd, die anders handmatig moet plaatsvinden, en worden de geschaalde contrastscores automatisch voor u berekend. Gebruik van deze Scorehulp scheelt u ongeveer 10 minuten, verkleint de foutmarge en staat bovendien netjes in het dossier.

Wat is nieuw in de 1.4-versie? U moet nog steeds zelf in de handleiding de geschaalde scores opzoeken voor de verschillende condities. Maar als u deze nu in de Scorehulp invult, dan worden de geschaalde contrastscores automatisch voor u berekend. Dat scheelt u weer opzoekwerk in de verschillende handleidingtabellen. Dit betekent wel dat u nu alert moet zijn dat u alle geschaalde scores voor iedere conditie heeft ingevuld. Als u een dergelijke cel leeg laat, dan beschouwt Excel de waarde ervan als ‘nul’ en wordt deze 0-score meegenomen in de bepaling van de geschaalde contrastscore, die dan waarschijnlijk ten onrechte een afwijkende score laat zien.

 

 

HiPIC grafiek

Collega Judith Hendriks heeft voor de HiPIC (Hiërarchische Persoonlijkheidsvragenlijst voor Kinderen van 6 t/m 12 jaar) een handig Excelbestand beschikbaar gesteld waarin u de gegevens eenvoudig kunt invullen en een grafische weergave krijgt die u kunt kopiëren naar uw rapport. De uitdraai is overzichtelijk, prettig om bij de vragenlijst in het dossier te bewaren en ook bruikbaar bij de terugkoppeling aan de cliënt.

 

 

Hoogbegaafdheid: tips voor het afnemen van IQ-tests bij deze doelgroep

Eind 2014 verscheen het boek 'Een andere kijk op hoogbegaafdheid' van Mariken Althuizen, Esther de Boer en Nathalie van Kordelaar. Hierin beschrijven zij hoogbegaafdheid vanuit een positieve invalshoek en geven zij allerlei praktische tips aan ouders, leerkrachten en hulpverleners. Interessant voor u als collega-diagnost zijn hun tips voor (IQ-)onderzoekers die (hoog)begaafde kinderen testen. Deze doelgroep stelt specifieke eisen aan u als onderzoeker. Download hier hun tips, geplaatst met toestemming van de auteurs.

 

 

Hoogbegaafdheid: artikel over dit 'label'

In het tijdschrift GZ-PSYCHOLOGIE van juli 2011 verscheen een artikel over de onwenselijkheid van het label ‘hoogbegaafdheid’. In dit artikel lichten de auteurs Mia Frumau, Jan Derksen en Willy Peters toe waarom ze deze classificatie liever zien gaan, zonder daarmee ook de zorg voor kinderen met speciale mogelijkheden te willen verschralen. Download hier het artikel (geplaatst met toestemming van de eerste auteur).

 

 

Intelligentiebepaling bij zeer lage niveaus (artikel)

In het eerste 2012-nummer van het Tijdschrift voor Neuropsychologie staat een relevant artikel van Herman van Boxtel en Petra Hurks (beiden COTAN-lid) over de mogelijkheden en vooral beperkingen van intelligentiebepaling bij zeer lage niveaus. Als u met deze doelgroep werkt, is dit artikel ‘verplichte literatuur’. Download hier het artikel, geplaatst met toestemming van de auteurs, redactie en uitgever.

 

 

IQ Scorehulp Kaldenbach

In de IQ Scorehulp Kaldenbach kunt u naast de WISC-V ook intelligentietests als de WAIS-IV, WPPSI-III, KAIT, WNV en SON-R 2-8/6-40 en RAKIT-2 analyseren volgens de hiërarchische analysemethode. Download onder ‘WISC-V/WISC-III’ op deze website de IQ Scorehulp, waar u ook meer informatie aantreft.

 

 

IQ-tests en ontwikkelingen in het tienerbrein (artikelen)

In oktober 2011 verscheen in het toonaangevende internationale wetenschappelijke tijdschrift Nature een artikel over de relatie tussen veranderingen op intelligentietests en veranderingen in het tienerbrein. Wat bleek? Veranderingen in zowel verbale als performale capaciteiten bleken ook tot veranderingen in het brein te hebben geleid, zichtbaar op MRI-scans. Download hier het artikel. In de weken na publicatie verschenen er enkele krantenartikelen waarin de implicaties van het onderzoek werden besproken. Lees 'IQ van tieners niet stabiel maar volop in beweging' (VK 20-10-2011) en 'Pimp je brein' (VK 29-10-2011). Op 21 oktober 2011 gaf Jelle Jolles (hoogleraar op het gebied van hersenen en gedrag aan de VU Amsterdam) een interview op radio 1 over het onderzoek en de maakbaarheid van het brein.

Wat vind ik van het onderzoek? Hoewel er methodologisch best kritische kanttekeningen te plaatsen zijn (steekproefgrootte n=33, bovengemiddeld intelligente proefpersonen, onvoldoende zicht op wat tieners in de vier tussenliggende jaren hadden gedaan, inconsistente meetinstrumenten met WISC-III bij 1e meting en WAIS-III bij 2e meting, enz.), is helder dat er een verband is tussen ontwikkeling van capaciteiten en ontwikkeling van daarbij betrokken hersengebieden. De bevinding dat vier jaar later 20% van de tieners een IQ-verschil laat zien van minimaal 10 punten, vind ik niet zo bijzonder (zeker als je weet dat er is nagemeten met een andere test), uitschieters daargelaten. Tien punten verschil is niet significant (overlappende betrouwbaarheidsintervallen) en er zijn allerlei factoren die verklaren dat iemand op verschillende momenten anders presteert of functioneert. Het is evenmin nieuw dat wordt aangetoond dat een IQ geen biologisch verankerde stabiele maat is. Wel interessant en nieuw is de relatie die men heeft kunnen leggen met het brein. Maar is het niet vrij logisch (‘use it or lose it’ principe) en vergelijkbaar met spieren? Aanleg en andere factoren bepalen daarbij wat de marges van mogelijkheden zijn bij training. Niet iedereen die traint, wordt een topsporter en niet iedereen die cognitief enorm gestimuleerd wordt, haalt een hoog onderwijsniveau. Maar stimuleren helpt wèl! Een paardenbloem zal groter, gezonder en kleurrijker worden met voldoende zonlicht, water en specifieke voedingsstoffen, maar hij zal nooit een meter hoog worden of een bloem krijgen ter grootte van een roos… Conclusie: stimuleren is goed en ga niet te vroeg uit van het handicapmodel/beperkingen, maar blijf ook realistisch, waak voor overvragen en realiseer dat iedereen zijn eigen plafond heeft.

 

 

IQ-tests onvoldoende betrouwbaar voor indicatiestelling (artikel)

In de GGZ komen mensen op basis van het gemeten IQ in bepaalde zorgcircuits terecht. Britta van Toorn en Cobi Bon, beiden collega’s werkzaam in het forensische veld, schreven in april 2011 een kritisch en verhelderend artikel ( klik hier om te downloaden, geplaatst met toestemming) waarin zij aantonen dat IQ-tests tekortschieten en onvoldoende in staat zijn om voor dergelijke indicatiedoeleinden gebruikt te worden. Illustratief zijn de verschillen tussen de verschillende intelligentietests. Als tests COTAN-goedgekeurd zijn, maar toch andere uitkomsten geven die elk leiden tot een andere indicatie, wat is dan wijsheid? In hun onderzoek vergelijken zij drie IQ-tests voor volwassenen: de WAIS-III, GIT-2 en KAIT. E.e.a. illustreert wederom dat er nooit op basis van een IQ alleen belangrijke beslissingen moeten worden genomen en dat ook andere factoren moeten worden meegewogen. Verder pleit het tegen het hanteren van strikte grenzen (‘slagboomdiagnostiek’).

In De Psycholoog van september 2011 reageert Jacqueline Mulder, auteur van de KAIT, op dit artikel en plaatst zij enkele kritische kanttekeningen bij de bevindingen van Van Toorn en Bon. Download hier Mulders reactie.

 

 

Ontwikkelingsperspectief (OPP): meer dan IQ en leerrendement (artikel)

Download het artikel van collega Noëlle Pameijer (geplaatst met haar toestemming) over de rol van een ontwikkelingsperspectief (OPP) binnen het onderwijs. Het werd in oktober 2011 gepubliceerd in Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk en bespreekt allerlei overwegingen rondom een OPP, UB/UN, LRV en IQ-tests. Na het lezen van het artikel zijn de betekenissen van alle afkortingen u zonneklaar.

 

 

Psychose-instrumenten (GedachtenUitpluizen.nl)

Prof. dr. Mark van der Gaag is al jarenlang een autoriteit op het gebied van psychosen. Samen met zijn collega’s heeft hij de website gedachtenuitpluizen.nl ontwikkeld, waarop veel diagnostische instrumenten en scoreprogramma’s m.b.t. psychose in de brede zin van het woord staan. Kijk onder ‘Meetinstrumenten’.

 

 

Scorehulpen

Collega Rémy Antonides is neuropsycholoog met interesse en expertise op het gebied van NAH (Niet-Aangeboren Hersenletsel). Hij is actief in het ontwikkelen van tientallen gratis scorehulpen voor allerlei tests die we bij kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen gebruiken. Voorheen stond alles op zijn website, vanaf feb. 2024 kunt u alles downloaden op zijn NAH Advies Google Drive (voordeel: je kunt alle inhoud in eenmaal downloaden). Hier vind u o.a. scorehulpen aan voor de Achenbach-lijsten (ABCL/CBCL, TRF, YSR), ASR, AVL, BRIEF/BRIEF-A, CBSK/CBSA, FEEL-KJ, HiPIC, NPV-2-R/NPV-J-3, NVM, OKIV-R en PMT-K-2. Dergelijke scorehulpen kunnen u tijd besparen en verkleinen het risico op fouten.

 

 

Sociale Plaatjes Test

Download de Sociale Plaatjes Test en het bijbehorende onderzoeksverslag. Jet Vleeming en Claire Verwey studeerden in 2005 af op deze test. Zij vonden de Rosenzweig Picture-Frustration Test erg waardevol maar tegelijkertijd ook erg verouderd, de plaatjes sluiten volgens hen onvoldoende aan bij de belevingswereld van kinderen van nu. Daarom hebben zij nieuwe plaatjes laten tekenen, uitgaande van een andere theoretische achtergrond, waardoor met name de plaatjes met een ambigue situatie bruikbaar bleken te zijn. De theorie die zij als achtergrond gebruikt hebben, is het Sociale Informatie Verwerkingsmodel van Dodge (1993). Het SIV-model wordt gebruikt om te verklaren waarom sommige kinderen wel en andere niet agressief reageren in dezelfde of vergelijkbare situaties. Uit eerder onderzoek van Graybill en Heuvelman (1993) bleek dat de plaatjes met ambigue situaties het best bruikbaar zijn. Deze plaatjes hebben zij als uitgangspunt genomen, daarnaast hebben zij nieuwe plaatjes gemaakt. In een pilot studie kwamen 20 bruikbare plaatjes naar voren. Voor het uiteindelijke onderzoek deden 140 proefkinderen van een reguliere basisschool mee, en 30 kinderen uit het speciaal onderwijs. Ze hebben ook een agressievragenlijst voor ouders en leerkrachten gebruikt om te controleren welke kinderen als agressief gezien werden en waarvan dus verwacht werd dat zij meer agressieve antwoorden zouden geven. De betrouwbaarheid van het instrument bleek redelijk goed te zijn. Er bleken echter nauwelijks agressieve kinderen mee te doen aan het onderzoek waardoor de validiteit niet bewezen kon worden. Voor reacties kunt u zich direct wenden tot claireverwey@hotmail.com.

 

 

WNV: pas op met de onbetrouwbare leeftijdsequivalenten!

De meeste IQ-tests bieden de mogelijkheid om 'leeftijdsequivalenten' (soms ook 'referentieleeftijden' genoemd) op te zoeken; dit is de leeftijd die past bij een exact 'in het midden van het gemiddelde' liggende prestatie op een bepaalde subtest (bij de Wechslertests is dit de leeftijd waarop je dan een subtestscore van 10 zou behalen, of een IQ van 100). De WNV werkt met T-scores, die een gemiddelde kennen van 50 en een sd van 10. Deze leeftijdsequivalenten zijn echter onbetrouwbaar en misleidend voor klinisch gebruik, reden waarom ik u afraad deze voor de WNV te gebruiken. Neem het voorbeeld van een 13;11-jarige jongen die op Matrix Redeneren met een ruwe score van 26 een gewoon gemiddelde T-score van 56 haalt. De leeftijdsequivalent die u hierbij in de handleiding vindt, is 21;3 jaar (7;4 jaar boven de kalenderleeftijd!). De WNV-scoringshandleiding zegt hier iets over op blz 37 en ook de technische handleiding (blz 51-52) heeft er aandacht voor. Lees het artikel van Evers & Resing over het drijfzand van (didactische) leeftijdsequivalenten uit De Psycholoog van sept. 2007.

 

 

WNV versus SON-R 5½-17: een vergelijkend onderzoek

Download het onderzoeksverslag waarop Sebastiaan Abbink en Yosta Oude Weernink in oktober 2010 afstudeerden. Zij namen bij 32 adolescenten uit internationale schakelklassen (leeftijd 13 t/m 18 jaar, allochtone ISK-leerlingen van voornamelijk niet-westerse afkomst) zowel de SON-R 5½-17 als de WNV-NL af, beide non-verbale intelligentietest. De WNV-NL is eind 2008 in Nederland verschenen en in 2009 door de COTAN op alle categorieën positief beoordeeld. Inmiddels is de SON-R 5½-17 verouderd en onbruikbaar, opgevolgd door de SON-R 6-40. Hun conclusie is onder meer dat de WNV-NL een goede vervanger van de SON-R 5½-17 is. Opvallend is dat de scores op de WNV gemiddeld enkele punten hoger liggen dan op de SON-R 5½-17. Hoewel dit verschil bij lange na niet significant is, druist het wat in tegen de veelgehoorde uitspraak dat de SON-R 5½-17 over het algemeen te hoog uitvalt en daarmee een kind ‘overschat’. Lees deze interessante bijlage en kijk wat u met dit ‘vergelijkend warenonderzoek’ in de praktijk kunt. Eventuele vragen of reacties kunt u direct mailen naar sebastiaanabbink@gmail.com.

 

 

WPPSI-III & WISC-III grafieken

Collega Judith Hendriks heeft voor zowel de WPPSI-III als de WISC-III een Excelbestand gemaakt waarin van beide tests een grafiek wordt weergegeven die niet chronologisch is opgebouwd, maar die in één enkele grafiek de subtestscores geclusterd per schaal/factor weergeeft. Een verfrissende invalshoek en wie weet voor u een aanvulling of alternatief op de gangbare grafieken die de afnamevolgorde aanhouden?

 

 

WPPSI-III subtest beschrijvingen

Orthopedagoog Lisa Flinkevleugel maakte een handig bestand met een uitgebreide beschrijving van de meetpretenties van alle WPPSI-III subtests.

 

 

WPPSI-III-NL koffer 2009.JPGWPPSI-III Toelichting voor Ouders (versie juni 2017)

In de WPPSI-III Toelichting voor Ouders wordt in toegankelijke taal uitleg gegeven over intelligentie: wat is het, waarom is het belangrijk en hoe meten we het eigenlijk met deze test? Dit document kan ouders en leerkrachten helpen om het rapport, met alle termen en getallen, wat beter te begrijpen. Deze Toelichting is ontwikkeld door Yaron Kaldenbach en Corine van Zoest (psycholoog NIP, werkzaam in het speciaal onderwijs).

 

 

WPPSI-III transparante scoresleutels Symbool Zoeken

Voor de WPPSI-III heeft Apollo Praktijk transparante scoresleutels ontwikkeld die u helpen bij het snel en foutloos scoren van subtest Symbool Zoeken. Download hier een pdf-bestand met meer informatie en zie hoe deze veel prettiger werken dan de scoresleutels die met de test worden meegeleverd.

 

 

 

Link gerust naar deze website. Informatie mag echter niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming worden gepubliceerd/overgenomen op andere websites dan www.apollopraktijk.nl of worden aangepast (in welke vorm dan ook) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Yaron Kaldenbach. Ook is het niet toegestaan de bronvermelding/auteur weg te laten, waardoor de suggestie kan worden gewekt dat iemand anders de bestanden op deze website heeft ontwikkeld. Voor zover het bestanden betreft waarvan Yaron Kaldenbach het copyright bezit, is het wel toegestaan deze te downloaden en intern op een centrale server/schijf van een instelling te zetten, voor intern gebruik. In dat geval wordt u wel aangeraden regelmatig te checken op de website of er recentere versies zijn verschenen en u kosteloos te abonneren op de Nieuwsbrief via ykaldenbach@hotmail.com. Bij belangrijke updates ontvangt u dan een e-mail. Ook is het toegestaan om de bestanden van Yaron Kaldenbach via e-mail in ongewijzigde vorm verder te verspreiden (als het om grotere groepen geadresseerden gaat, dan graag even vooraf overleg). Los van auteursrechtelijke redenen is het belangrijk dat de kwaliteit van de geboden informatie gewaarborgd blijft en dit kan niet langer worden gegarandeerd als anderen dingen aanpassen. Door één centraal podium te houden waar de informatie wordt gedeeld (deze website), kan iedereen erop vertrouwen dat men hier de meest recente versies vindt waarin verbeteringen t.a.v. evt. eerdere versies zijn aangebracht.